Informatiesite over de strafrechterlijke veroordeling van Ecobel
Update september 2021
Ecobel heeft de beschikking gekregen over zeer belangrijk nieuw bewijs. Het betreft een geluidsopname uit 1999 van een telefoongesprek tussen dhr. J. Meijer van Ecobel en dhr. J. Oemrawsingh van de Surinaamse concessiehouder HION.
Daaruit blijkt klip en klaar dat er in werkelijkheid nooit een geschil heeft bestaan tussen Ecobel en HION over het exploitatierecht en de overdracht daarvan aan de investeerders. Het blijkt zelfs dat HION ook actief heeft geholpen bij de verkoop van exploitatierecht aan die investeerders. Daarmee staat voor de volle honderd procent vast dat de veroordeling van Ecobel onterecht is.
Het nieuwe bewijs is, middels een herzieningsverzoek, aan de Hoge Raad voorgelegd.
Het arrest van het Hof te Arnhem, inhoudende dat Ecobel juist geen exploitatierecht zou toekomen, en daarom geen exploitatiecontracten met investeerders mocht sluiten, dientderhalve te worden herzien.
De FIOD-ECD heeft Ecobel gesommeerd om de namen van de rechercheurs te verwijderen van de website. Daaraan zal voorlopig gehoor worden geven. De namen zijn daartoe zwart afgedekt. Het bewijs waar de mening van Ecobel op is gebaseerd, dat de rechercheurs doelbewust valse processen-verbaal hebben opgemaakt, is in augustus aan de Hoge Raad voorgelegd.
Het project Ecobel
Sinds 1996 bood Ecobel investeringen aan in de bosbouwsector te Suriname,
hetwelk gecombineerd werd met de verhandeling van bos-gerelateerde CO₂
compensatierechten. Het was een mooi en strategisch opgezet project, hetwelk in
1999 zelfs werd opgenomen in het WWF programma voor duurzame bosbouw.
Het project had een activawaarde van ruim 165 miljoen euro.
De strafzaak Ecobel
Ecobel en het bestuur zijn in 2001 strafrechtelijk veroordeeld. Die veroordeling is echter geheel onterecht. Ecobel kan zelfs bewijzen dat de onterechte veroordeling enkel tot stand is gekomen door liegende rechercheurs.
De verdenking
In 1998 werd door de Economische Controle Dienst (ECD) plots een onderzoek gestart naar de activiteiten van Ecobel. Bij de ECD was het vermoeden ontstaan dat het project in Suriname helemaal niet bestond en dat Ecobel geen exploitatierecht zou toekomen inzake Surinaamse bosbouwconcessies.
Het bestuur van Ecobel werd in1998 uitgenodigd op het politiebureau te Zwolle om de overeenkomst te laten inzien, waaruit het exploitatierecht van bos in Suriname zou blijken. De ECD heeft die afspraak echter verzet, omdat ze het te druk hadden. Ook de tweede afspraak werd wegens drukte afgezegd.
Maanden later werden er bij Ecobel plots doorzoekingen verricht. Daarbij werd alle administratie in beslag genomen. In de media werd nog dezelfde dag door het OM verklaard dat er geen project in Suriname zou zijn, en dat de investeerders waren opgelicht. Een dag later werd het bericht door het OM alweer gerectificeerd, omdat tijdens de doorzoekingen al overduidelijk was gebleken dat er wel een project in Suriname bestond.
Vervalsingen door rechercheurs
De ECD-rechercheurs wisten eigenlijk al ruim voor de doorzoekingen dat er weldegelijk een project in Suriname bestond. De ECD-rechercheurs hadden dat allemaal al vernomen uit de afgetapte faxberichten en afgeluisterde telefoongesprek- ken. Ook wisten de rechercheurs allang dat het project door een gerenommeerde deskundige werd begeleid om het FSC-keurmerk te verkrijgen. Die deskundige betrof dr. Ir. J. Hendrison, afkomstig van de universiteit van Wageningen.
De rechercheurs, dhr. E. S. en dhr. J. T., hadden echter valse processen-verbaal opgemaakt, waarin ze leugenachtig verklaarden dat uit de tele- taps nog niets van een project was gebleken en er daarom met spoed doorzoeking- en nodig waren om verder onderzoek te verrichten.
Toen de doorzoekingen geen enkel bewijs voor strafbare feiten opleverden zaten de rechercheurs S. en T. met een groot probleem. Door hun toedoen werd Ecobel in de media – onterecht – beschuldigd van criminele activiteiten, hetwelk veel schade veroorzaakte.
Om Ecobel toch veroordeeld te kunnen krijgen, en zo onder een schadeclaim uit te komen werd er wederom een vals proces-verbaal opgemaakt door de rechercheurs S. en T.. Uit dat valse proces-verbaal moest blijken dat Ecobel gepoogd had om een schriftelijk stuk te antidateren en personen voor 500.000 euro om te kopen om alsnog exploitatierecht te verkrijgen.
Uit het stuk zelf blijkt echter duidelijk dat er nooit sprake is geweest van een poging tot antidateren en evenmin van een poging tot omkoping. S. en T. hebben het stuk simpelweg vals weergegeven in het proces-verbaal. Zij gokten erop dat de rechters het stuk op zich niet zouden controleren. Om die controle te voorko- men en de rechters van de kern van zaak af te leiden produceerden de rechercheurs in samenwerking met het OM vervolgens tientallen processen-verbaal met niet ter zake doende beschuldigingen. Deze strategie, om zoveel mogelijk stof op te werpen, zodat de verdediging vastloopt, wordt nog steeds door het OM gebruikt.
Door voornoemde valse handelingen hebben de rechters het stuk inderdaad niet gecontroleerd, omdat rechters er nu eenmaal vanuit gaan dat op ambtseed werkende rechercheurs op hun woord geloofd kunnen worden, en vooral niets weglaten in een proces-verbaal waaruit de waarheid blijkt.
Door het valse proces-verbaal over omkoping en antidatering werd Ecobel geheel ongeloofwaardig gemaakt. In feite is Ecobel dan ook enkel veroordeeld op het door de rechercheurs vals opgemaakte proces-verbaal. Ander bewijs ontbreekt.
De onterechte veroordeling
Ecobel werd veroordeeld, omdat Ecobel geen exploitatierecht in Suriname zou toekomen. Terwijl uit de exploitatie-overeenkomst met de Surinaamse zagerij HION duidelijk blijkt dat Ecobel wel het exploitatierecht toekomt. Dat staat zwart op wit.
In art. 1 van die overeenkomst staat letterlijk vermeld, dat HION zich verbindt om
jaarlijks 1000 hectare concessieterrein aan Ecobel beschikbaar te stellen voor de
exploitatie van de daarop voortkomende houtsoorten.
In art. 2 staat zelfs letterlijk vermeld dat Ecobel zich verbindt om het voor exploitatie
ter beschikking gestelde areaal zo efficiënt mogelijk te exploiteren.
Volgens het Hof blijkt uit de overeenkomst echter duidelijk dat Ecobel juist geen exploitatierecht heeft verkregen. Het Hof is er daarom van overtuigd dat Ecobel de exploitatieovereenkomst opzettelijk verkeerd heeft toegepast, zodat Ecobel c.s. ook strafrechtelijk veroordeeld moeten worden.
Het vonnis is natuurlijk totaal onzinnig, gezien de letterlijke tekst in de exploitatie- overeenkomst. Het onzinnige vonnis is dan ook enkel en alleen tot stand gekomen, omdat de rechercheurs T. en S. met valse processen-verbaal het Hof hebben misleid. Tegen de rechercheurs werd aangifte gedaan inzake valsheid in geschrifte, maar de Rijksrecherche heeft bericht dat de zaak inmiddels verjaard is.
Dat het vonnis onzinnig is blijkt ook op andere wijze. Uit faxberichten blijkt namelijk duidelijk dat zagerij HION vindt dat Ecobel verplicht is om te exploiteren. HION waarschuwt Ecobel in de faxen, dat indien Ecobel niet tot exploitatie zou overgaan Ecobel dan 800.000 USD per jaar aan HION dient te betalen ter compensatie van de plicht. Daaruit kan direct worden geconcludeerd dat Ecobel dan ook het recht heeft om te exploiteren. Als je verplicht bent te exploiteren, dan heb je uiteraard ook het recht om te exploiteren. Zo onzinnig is de zaak Ecobel nu.
Dat het bestuur van Ecobel onterecht werd veroordeeld staat dus vast, daar is geen enkele twijfel over mogelijk.
De Hoge Raad der Nederlanden
Ecobel verzoekt nu de Hoge Raad om de onterechte veroordeling te herzien.
De schade
Een bijzonder mooi project met een activawaarde van ruim 165 miljoen euro is door de rechercheurs S. en T. geheel verloren gegaan, omdat het project door hun leugens stilgelegd werd door de rechtbank. Ecobel heeft nog verzocht om in ieder geval de bomen te mogen kappen voor de investeerders, maar dat werd verboden. De officier van justitie dreigde zelfs om het bestuur van Ecobel weer in hechtenis te plaatsen, enkel en alleen omdat zij hadden voorgesteld om het project voor de investeerders te mogen continueren.
De officier van justitie was toen reeds op de hoogte van het feit dat Ecobel weldegelijk over het exploitatierecht beschikte en dat Ecobel onterecht veroordeeld zou gaan worden door de liegende rechercheurs, maar de officier van justitie greep niet in. Zij heeft wel samen met haar medewerkers de – onterechte – veroordeling van Ecobel gevierd met koffie en gebak.
De volledige schade van 165 miljoen euro zal aan Ecobel vergoed dienen te worden. Overigens is Ecobel, ondanks alle tegenslagen en de vele onjuiste mediaberichten, nooit in staat van faillissement geraakt, hetgeen van groot juridisch belang is. Een deel van het schadebedrag zal uitgekeerd worden aan de investeerders die altijd achter Ecobel zijn blijven staan.
Ecobel
J.B.M. Meijer
Note:
Ecobel wil graag in contact komen met investeerders die in het verleden zijn
benaderd door de rechercheurs S. en T..
Ook indien u over andere, ter zake doende, informatie aangaande de zaak Ecobel
beschikt kunt u ons dat berichten.
Graag een kort en bondig bericht naar ecobelmeijer@outlook.com